May 20, 2015

GROTE ZORGEN

Dit keer laat ik jullie een foto zien van Brani-brani, een Aboriginal man die vanuit de Great Western Desert neergestreken is in Wiluna, een stadje van goudzoekers.
Het goud was  op, de zoekers gingen elders heen, alles werd gesloten, behalve het café.
Brani-brani vond zijn weg naar het café met behulp van uitkeringen van de overheid: werkloosheid, ouderdom, bijstand. Ik weet niet precies wat hij kreeg, maar hij wist wel wanneer het geld kwam. En hij wist ook wel dat een doos bier 22 euro kost. De uitkering was snel opgedronken en Brani-brani werd een zwartwerker, excuseer me het woord, en maakte boemerangs, speren en schilden voor de verkoop aan de toeristen.
Ik zit hier bij hem in zijn 'humpie', met zijn honden en ander ongedierte dat ik niet kon zien.
Hoe moet het verder met Brani-brani? Uitkeringen betekenen in feite zijn dood, want hij drinkt meer en meer. En zo gaat het met alle natuurvolkeren. Brani-brani en zijn honden kunnen voor zichzelf zorgen. Er is genoeg te eten en te drinken in de woestijn, al 40.000 jaar lang. Ze hebben overleefd. Een humpie is genoeg, ze hoeven geen huis, geen schilderijen aan de muur. De regering gaf hen tenten. De honden overnachtten in de tenten; zelf sliepen ze lekker voor de tent, lekker onder de sterren, vuurtje er bij als het koud werd. Romantisch? Och, laten we eens beginnen met respect voor de leefwijze van iemand.